Op het eerste gezicht lijkt Seafrog een vrolijke kloon van OlliOlli World, compleet met tricks, combos en een funky stijl. Maar schijn bedriegt. Wie zich laat leiden door de trailers, verwacht wellicht een skategame met zwevende stunts en scores. In werkelijkheid is Seafrog eerder een experimentele puzzel-platformer met een humoristische inslag en een vleugje chaos, alsof je Tony Hawk en Katamari Damacy in een wasmachine stopt, samen met een moersleutel.
Het avontuur begint met een kikker, je speelt inderdaad als een kikker, die overboord wordt gekatapulteerd. Waarom? Dat is meteen één van de grotere vragen. Het spel doet nauwelijks moeite om zijn narratief samenhangend te maken. Binnen een paar minuten heb je ineens een eigen (en vervallen) boot, die je moet repareren om verder te komen, brandstof moet zoeken, en uiteindelijk zelfs naar een vliegtuig toe moet werken. De plot slaat regelmatig nergens op en dat is misschien juist de bedoeling.
Maar gelukkig draait het in Seafrog niet om een diepgaande verhaallijn. Het draait om het ontdekken, herstellen, en puzzelen aan boord van drijvende wrakken en boten. Met behulp van je multifunctionele zwevende moersleutel reis je van schip naar schip, repareer je systemen, reinig je rommel en los je creatieve puzzels op.
De belangrijkste gimmick is je wapen én vervoermiddel: een zwevende sleutel waarmee je door levels glijdt als een kikker op een hoverboard. Het ziet er grappig uit en werkt verrassend soepel, maar fysica lijkt in dit universum een suggestie in plaats van een regel. Bewegingen zijn volledig onrealistisch: je kunt van richting veranderen zonder momentum te verliezen, combo’s missen heeft nauwelijks effect, en grijpen naar objecten in de wereld voelt meer als een script dan een actie.
Dat klinkt als kritiek en dat ís het deels, maar het zorgt ook voor een zekere charme. Seafrog neemt zichzelf niet serieus, en als speler is het makkelijker om daarin mee te gaan dan je ertegen te verzetten.
De echte sterkte van Seafrog ligt in zijn puzzeldesign. Naarmate je vordert, worden de uitdagingen steeds creatiever. Van het correct richten van waterstromen tot het combineren van gereedschappen om afgesloten compartimenten te openen, het spel biedt verrassend veel variatie. De moeilijkheidsgraad stijgt gestaag, zonder oneerlijk te worden. Hierdoor krijgt het spel tegen het midden en einde een veel sterkere identiteit dan je op basis van de eerste uren zou verwachten.
Helaas geldt dat niet voor de navigatie. Je beweegt traag over de kaart, en zelfs met fast travel voelt het als een sleur. Het tussenliggende ‘vullen van de ruimte’ met platformsegmenten mist spanning, waardoor je snel verlangt naar het volgende echte puzzelgedeelte.
Audiovisueel niet indrukwekkend, wel functioneel
Visueel kiest Seafrog voor een halfbakken voxel-stijl die net niet retro is, maar ook niet modern. Het is kleurrijk en overzichtelijk, maar oogt onaf en mist karakter. Hetzelfde geldt voor de muziek: de rocknummers zijn op zich prima, maar weten nooit echt te overtuigen. Ze functioneren meer als behang dan als sfeermakers.
Dat gezegd hebbende: technisch gezien loopt de game op een krachtige PC als een zonnetje. Op een systeem met een RTX 3070 Ti en Ryzen 9 5900X draait alles vloeiend in 1440p op hoge instellingen, zonder merkbare haperingen of bugs. Dat mag ook wel voor een relatief lichte game als deze, maar het is alsnog fijn dat er geen technische obstakels zijn.
De schrijfstijl van Seafrog is onmiskenbaar humoristisch. Dialogen zijn luchtig, af en toe absurd, maar zelden geforceerd. Het voelt alsof de makers wisten dat het spel niet op verhaal en logica drijft, en dat volledig hebben omarmd. Deze speelse toon maakt dat je het gebrek aan samenhang minder erg vindt. Je bent tenslotte een kikker op een sleutel, in een spel dat zichzelf niet al te serieus neemt.